Achtergrondinformatie.

Overgewicht en obesitas bij kinderen.

Het aantal kinderen met overgewicht en obesitas in Nederland is in de afgelopen jaren toegenomen. Volgens het Nederlandse Jeugdinstituut had in 2019 13.2% van de kinderen

in de leeftijd 4 t/m 12 jaar overgewicht en is dit gestegen naar een percentage van 15.5% in 2022. Ook in de komende jaren wordt er een toename verwacht in het aantal kinderen met overgewicht.

Invloed van overgewicht en obesitas op de gezondheid van het kind.

Er zijn verschillende oorzaken en factoren die een rol spelen bij het ontstaan en in stand houden van overgewicht en obesitas bij kinderen: er kan een medische oorzaak zijn, er is

sprake van een ongezond voedingspatroon en weinig beweging binnen het gezin, in het gezin is er geen tijd om gezamenlijk te eten of om te eten met aandacht doordat er gegeten wordt met smartphone of tv, maar vaak spelen ook kennis en financiële zaken een rol.

Kinderen die tijdens hun jeugd al overgewicht hebben, hebben een grotere kans om ook overgewicht of obesitas te hebben wanneer ze (jong)volwassen zijn. Overgewicht en obesitas bij kinderen heeft gevolgen voor de gezondheid van het kind. Zo vergroot het de kans op gezondheidsklachten zoals een verhoogde bloeddruk, verhoogd cholesterol gehalte in het bloed en kan het resulteren in insuline resistentie. Daarnaast verhoogd het de kans op het krijgen van ziektes en aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes, gewrichtsproblemen en bepaalde soorten kanker. Ook kampen kinderen met overgewicht eerder met mentale problemen, zo worden kinderen met overgewicht vaker gepest, zijn onzekerder en hebben een negatiever zelfbeeld dan leeftijdsgenoten met een gezond lichaamsgewicht.

Aanpak overgewicht en obesitas bij kinderen.

Om overgewicht en obesitas bij kinderen te behandelen bestaat er geen standaard behandeling. Er kunnen verschillende oorzaken zijn voor het ontstaan en in stand houden

van het overgewicht: een verkeerd voedingspatroon en/of te weinig bewegen binnen het gezin, mentale problemen, gebruik bepaalde medicatie, maar ook een onderliggend syndroom of een genetische afwijking.

Om de kans op eerder genoemde gezondheidsrisico’s te verminderen is het van groot belang om overgewicht en obesitas bij kinderen zo vroeg mogelijk te signaleren en bespreekbaar te maken. U kunt als huisarts hier een belangrijke rol in spellen. In Nederland is de huisarts het eerste aanspreekpunt voor gezondheidsproblemen, ook voor gewicht. De meeste kinderen bezoeken de huisarts minimaal één keer per jaar. Volgens de NHG-richtlijn Obesitas moet de huisarts diagnostiek verrichten om overgewicht en obesitas bij kinderen te signaleren bij elk kind dat overgewicht of obesitas oogt te hebben, ongeacht de hulpvraag waarvoor het kind op het spreekuur komt. Ondanks de beperkte tijd van een consult en de angst bij sommige huisartsen voor de reactie van de ouder of het kind, kan het signaleren en bespreekbaar maken van het overgewicht al van grote waarde zijn. Door het overgewicht zo vroeg mogelijk te signaleren en bespreekbaar te maken kan er eerder iets gedaan worden aan het in stand houden van het overgewicht. Hierdoor kunnen kinderen en gezinnen eerder geholpen worden naar een gezond lichaamsgewicht wat hun kans op het krijgen van gezondheidsproblemen in de toekomst kan verkleinen.   

Een gezonde levensstijl is belangrijk voor de groei en ontwikkeling van een kind. Voldoende bewegen, goede voeding, voldoende ontspanning en slaap wordt gezien als een gezonde levensstijl voor kinderen. Kinderen met een gezonde levensstijl hebben eerder een gezond lichaamsgewicht wat hun risico op het krijgen van gezondheidsproblemen verminderd, hebben vaak meer energie en een betere concentratie.

Om overgewicht bij het kind en binnen het gezin aan te pakken kan het al helpen door het overgewicht op te merken en als het gezin daar voor open staat adviezen te geven over een gezondere levensstijl.

Adviezen over voeding en bewegen:

  • Probeer uw kind 3 hoofdmaaltijden per dag te geven. Hierdoor vermindert u de kans op een hongergevoel bij uw kind.
    • Start elke dag met een goed ontbijt, dit helpt uw kind om zich beter te kunnen concentreren op school.
  • Maximaal 4 tussendoortjes per dag bestaande uit fruit, groente, volkoren producten, minder in frisdrank, koek en snoep.
    • Hierdoor vermindert u ook de kans op een ontwikkelen van gaatjes in het gebit van uw kind.
    • Biedt regelmatig verschillende soorten groente en fruit aan om uw kind aan de smaak te laten wennen. Pas na 15 keer proeven went een nieuwe smaak!
    • Voorbeelden gezonde tussendoortjes:
  • fruit of snackgroente bijvoorbeeld een appel, kiwi, banaan, druiven, mandarijn, worteltjes, snoeptomaatjes, stukjes komkommer of paprika.
  • een (halve) belegde volkoren boterham, een volkorenbiscuitje, rijstwafel, volkoren cracker, lange vinger.
  • halfvolle- of magere yoghurt zonder suiker met stukjes fruit.
  • hartige snacks zoals een schaaltje (zoute) popcorn of een soepstengel.
  • Beperk het gebruik van frisdranken, vruchtensap en yoghurtdrank, deze producten bevatten veel suiker en daarmee ook veel calorieën. Thee zonder suiker, melk of gewoon water zijn de beste keuzes.
  • Voldoende bewegen helpt overgewicht voorkomen/verminderen en spierweefsel te ontwikkelen. Probeer elke dag 1-1.,5 uur te bewegen. Door bijvoorbeeld samen naar school te lopen of te fietsen, te gaan sporten bij een sportvereniging, of actief te zoals balspelen, touwtjespringen, verstoppertje, klimmen, skeeleren.
  • Beperk het televisiekijken en computeren tot bijvoorbeeld 2 uur per dag.
  • Schakel over van volle naar halfvolle producten. Vooral als uw kind neigt naar overgewicht.
  • Zet uw kind niet op een dieet. Overleg hierover met een arts en/of diëtist.

Wanneer het gezin meer hulp nodig heeft dan de standaard adviezen over een gezonde levensstijl, dan kunt u het kind en de ouders doorverwijzen. Ga naar de zorgkaart voor een overzicht van de verwijsmogelijkheden op.

Informatiematerialen voor huisarts:


E-learnings en scholing voor de huisarts over Voeding:

Een gecombineerde leefstijl interventie voor kinderen.

Naast dat kinderen verwezen kunnen worden naar een (kinder)diëtist of een beweegcoach kunnen kinderen met overgewicht of obesitas ook door de huisarts worden

doorverwezen naar een gecombineerde leefstijl interventie specifiek voor kinderen. Deze programma’s zijn bedoeld voor kinderen die overgewicht of obesitas hebben waardoor ze een verhoogd risico hebben op gezondheidsklachten zoals een hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, suikerziekte en gewrichtsklachten. Sinds 1 januari 2024 wordt de GLI voor kinderen vergoed vanuit de basisverzekering.

Door het kind en zijn ouder(s) deel te laten nemen aan een leefstijl programma zal het kind zich beter gaan voelen. Het programma zal het kind helpen om zijn gewicht te behouden of zelfs gewicht te verliezen waardoor de gehele gezondheid van het kind zal verbeteren en het risico op gezondheidsklachten zal verminderen. Doordat ook de ouders worden betrokken in zal de gezondheid van het hele gezin verbeteren. Het kind en de ouder(s) zullen actief ondersteund worden bij het aannemen van een gezondere levensstijl: gezondere keuzes maken op het gebied van voeding en bewegen. Samen met leefstijl-coaches bedenken de ouder(s) en het kind wat ze willen bereiden. Bijvoorbeeld fitter voelen, meer energie hebben, minder moe zijn, mee kunnen spelen met klasgenoten. In het programma wordt gekeken naar de leefstijl van het kind en gezin: hoeveel beweegt het kind en gezin, wat eet het kind en gezin, hoeveel slaap krijgt het kind, is er stress of spanning bij het kind en/of in het gezin, is er voldoende ontspanning, etc. Op basis hiervan maakt de leefstijlcoach een leefstijl plan voor het kind en het gezin dat goed bij hun past waardoor ze het vol zullen houden. Het krijgt bijvoorbeeld hulp om gezonder te eten en meer te bewegen. Het gezin leert hoe ze bepaald gedrag kunnen veranderen. Hoe meer mensen in het gezin gezond leven, hoe groter de kans dat het kind ook gezonder gaat leven en de gezonde levensstijl volhoudt. Het leefstijl programma bestaat uit een multidisciplinair team, dit houdt in dat het gezin hulp krijgt van bijvoorbeeld een jeugdverpleegkundige, arts, leefstijlcoach, voetspecialist (podoloog) en iemand met verstand van voeding, beweging en gedrag. Een leefstijlprogramma is een intensief programma en duurt meestal 1 jaar. Na dit jaar blijven de begeleiders het kind en het gezin nog 1 jaar helpen en begeleiden. Ze letten erop dat het kind en het gezind gezond blijft leven en een gezond gewicht houdt.

Informatie folder over de GLI ‘Dikke Vrienden Club’ die wordt aangeboden vanuit het Maasstad Ziekenhuis.

Sociaal en culturele factoren.

In niet-westerse culturen heeft eten ook een sociale functie. Het is traditie om tijdens sociale gelegenheden een grote variatie en grote hoeveelheden eten aan gasten aan te

bieden, een uitgebreid assortiment lekkernijen hoort bij de koffie en er wordt vaak ‘extra’ eten gemaakt voor het geval er onverwachts bezoek komt. Als gast is het ongepast om aangeboden eten te weigeren. Met het aan kunnen bieden van een uitgebreid assortiment eten wordt gastvrijheid en een bepaalde mate van welvaart geuit. Daarnaast wordt in veel culturen een groter lichaam geassocieerd met gezondheid en status. Daarom wordt een te hoog BMI vaak niet als een probleem gezien.

De arts speelt een belangrijke rol in het herkennen van overgewicht en in de communicatie hierover met zijn patiënt. Kennis over culturele gewoontes en opvattingen over lichaamsgewicht kan hierbij helpen. Onderzoek toont aan dat patiënten van verschillende etnische groepen de arts zien als een geloofwaardige bron van informatie over voeding en gezondheid. Een boodschap over voeding en gezondheid van de arts zal daarom serieus worden genomen. Bij het geven van adviezen over voeding en eetgedrag is het goed om rekening te houden met de culturele achtergrond van de patiënt. Aangeboden adviezen en behandeling is effectiever als die is afgestemd op de situatie van de patiënt.  

Eetcultuur

Bij de aanpak van overgewicht en obesitas bij kinderen met een niet-westerse achtergrond kan het goed zijn om rekening te houden met de traditionele eetgewoonten. In gezinnen met een niet-westerse cultuur worden kinderen met een zwaarder lichaamsgewicht dus eerder als mooi, gezond en minder kwetsbaar gezien.

Ouders zijn minder consequent en voelen zich een ‘slechte’ ouder als ze hun kinderen iets weigeren. Er heerst een angst dat het kind niet genoeg eten binnen krijgt. Wanneer het kind iets niet lust of wilt eten, maakt de ouder vaak wat anders zodat het kind altijd wat binnenkrijgt. Daarnaast worden signalen van verzadiging vaak minder goed herkend.

Het ontbijt wordt vaak overgeslagen en er is minder sprake van afgemeten porties waardoor er snel veel van een grote schaal of bord wordt gegeten. Een bord met eten moet leeg worden gegeten, er mag geen eten verspild worden.

Informatiematerialen:


Invloed afkomst op BMI-waarde

Voor kinderen met een Hindoestaanse afkomst worden andere afkapwaardes gebruikt om de BMI-waarde te berekenen dan voor kinderen met een westerse achtergrond. Zie BMI-calculator Hindoestaanse kinderen van het Voedingscentrum.

Bronnen.

Van Binsbergen JJ LF DA, Van Halteren MM, Glijsteen R, Cleyndert GA, Mekenkamp-Oei SN, Van Avendonk MJP. NHG-Standaard Obesitas. Huisarts en Wetenschap. 2010;53:609-625.

Obesitas | NHG-Richtlijnen

Thuisarts – Overgewicht bij kinderen: https://www.thuisarts.nl/overgewicht-bij-kinderen

Maasstadziekenhuis: De Dikke Vrienden Club – Maasstad Ziekenhuis Rotterdam

Nederlands Jeugd Instituut – Cijfers over overgewicht: Cijfers over overgewicht | Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)

ZonMW – Leefstijl: Leefstijl | ZonMw

Erasmus MC Sophia – Gezonde voeding voor kinderen: Gezonde voeding voor kinderen van 6 – 12 jaar – Patiëntenfolder – Erasmus MC

Voedingscentrum – BMI kinderen:


Voedingscentrum – Gezond gewicht en bewegen voor kinderen: Gezond gewicht en bewegen voor kinderen van 4 t/m 12 jaar | Voedingscentrum

Voedingscentrum – Schijf van Vijf:


Voedingscentrum – Eetcultuur: Eetcultuur migrantenouders voor op profs website (voedingscentrum.nl)

Culturele diversiteit in voeding en overgewicht: Culturele diversiteit in voeding en overgewicht | NTvG

Wetenschappelijke artikelen:

Alexander KE, Brijnath B, Biezen R, Hampton K, Mazza D. Preventive healthcare for young children: A systematic review of interventions in primary care. Prev Med. 2017;99:236-250.

Ard J. Obesity in the US: what is the best role for primary care? BMJ. 2015;350:g7846.

Cunningham SA, Kramer MR, Narayan KM. Incidence of childhood obesity in the United States. N Engl J Med. 2014;370:403-411. 

Dawson AM, Brown DA, Cox A, et al. Using motivational interviewing for weight feedback to parents of young children. J Paediatr Child Health. 2014;50:461-470.

O’Donnell JE, Foskett-Tharby R, Gill PS. General practice views of managing childhood obesity in primary care: a qualitative analysis. JRSM Open. 2017;8:2054270417693966.

Bourgeois N, Brauer P, Simpson JR, Kim S, Haines J. Interventions for prevention of childhood obesity in primary care: a qualitative study. CMAJ Open. 2016;4:E194-199.

Cloutier MM, Wiley J, Huedo-Medina T, et al. Outcomes from a Pediatric Primary Care Weight Management Program: Steps to Growing Up Healthy. J Pediatr. 2015;167:372-377 e371.

van der Maas JC, Corbee RJ, Kroese FM, et al. Discussing overweight in children during a regular consultation in general practice: a qualitative study. BMC Fam Pract. 2020;21:18.

Paulis W. Childhood Obesity in Primary Care; Not yet General Practice. 2016.